Bulgarije ligt in Zuidoost-Europa en heeft een lange wijnbouwgeschiedenis, die teruggaat tot de Thraciërs. Bulgaarse wijnen werden echter pas voor het eerst op grote schaal naar Noordwest-Europa geëxporteerd tijdens de periode van het socialisme. De wijnen werden in die tijd gemaakt door staatsbedrijven. Na de omwenteling van 1990 raakte de Bulgaarse wijnbouw in een zware crisis. Dankzij particulier initiatief en buitenlandse investeringen worden er inmiddels op diverse plaatsen heel goede wijnen gemaakt.
Omstandigheden als klimaat en bodem zijn gunstig in Bulgarije. Het zwaartepunt van de Bulgaarse wijnbouw ligt in de Donauvlakte in het noorden en in de regio aan de Zwarte Zee. Naast internationale druivenrassen kent Bulgarije ook veel rassen die eigen zijn aan Oost-Europa, zoals de blauwe gamza, pamid, mavrud en melnik, en de witte dimiat en rkatseteli.
Bulgaarse witte witte met de geur van perzik, ananas en rode appel en vanille en hazelnoot. De smaak zet vol en zacht in en eindigt evenwichtig, met een lange afdronk.
Aromatische Bulgaarse rode wijn met de geur van kruiden, specerijen, rijp rood fruit en licht eikenhout. De smaak is vol en zacht. Goed te combineren met kruidige vleesgerechten of harde kazen.
Bulgaarse rode wijn met de geur van bramen en bessen. De smaak zet vol en zacht in en eindigt evenwichtig, met een kruidige en fruitige afdronk. Volle wijn, prima bij licht gekruide schotels van vlees of wild.